Verhalen

Mensenlevens zijn het belangrijkst

Ik herinner me de vluchtelingen die ik ontmoette toen ze de grens naar Irak overstaken, nadat de nieuwe crisis in Syrië op 9 oktober 2019 begon. Ik ben een maand lang op weg met Medair-gezondheidsteams die de toestromende vluchtelingen verzorgen.

Hoe zouden ze zich nu voelen, hoe kijken ze nu tegen de ontwikkelingen aan? Ik denk aan Sinu en Nijot, een ouder echtpaar. Ze kwamen naar me toe en vroegen of ik naar hun verhaal wilde luisteren. Het was een eer om hen te horen. Ze vluchtten met z’n tienen toen de gevechten hun dorp bereikten.

“We zijn nog even gebleven, maar toen de bommen bleven komen, zijn we ook gegaan. Ons dorp is misschien verwoest, maar het zal weer opgebouwd worden. Het leven gaat door. Ik wil alleen dat het goed gaat met iedereen. Mensenlevens zijn het belangrijkst. Misschien zijn onze kinderen hier ook ergens, maar we weten het niet.”

Mensenlevens zijn het belangrijkst, inderdaad. Zal ik Sinu en Nijot ooit nog weerzien, of andere bekende gezichten van ontheemde mensen die ik aan de grens heb ontmoet? Hebben Sinu en Nijot hun kinderen teruggevonden? Hoe gaat het in het kamp? De vragen blijven door mijn hoofd malen.

In de verte zie ik tenten en even tijd later komen we aan.

Ik wandel het kamp Galiwan binnen, waar ongeveer 2.000 van de 16.380 (*inmiddels 20.056) vluchtelingen verblijven, 170 kilometer oostelijk van de Iraaks-Syrische grens. Vanuit Mosul ben ik hierheen gereisd om samen met het water- en sanitatieteam van Medair in gesprek te gaan met de mensen in het kamp. We willen uitzoeken wat we voor hen kunnen betekenen. Maar vooral willen we gewoon luisteren. Luisteren en laten zien dat we om hen geven.

Shixar verwelkomt ons in zijn nieuwe huis: een tent waar zijn gezin van vier personen de afgelopen 16 dagen geslapen heeft. Al gauw komt zijn vrouw Samia ook binnen met hun twee jongens: Mohammed en Barzani.

Shixar begint te vertellen over zijn leven vóór de crisis. Hoe ze opstonden om de kinderen klaar te maken voor school en naar hun werk te gaan. Shixar en Samia hadden een goed leven, met een dagelijkse routine en een hechte gemeenschap. Ze woonden in een driekamerflat, een paar deuren naast het huis van de ouders van Shixar. Samia werkte net als haar vader fulltime als leraar en Shixar werkte in het ziekenhuis. Maar toen begonnen de gevechten.

Ze lieten hun huis achter en gingen naar een veiliger gebied. Daar ging Shizar als vrijwilliger de gewonden helpen.

“Een week lang hebben we zitten dubben of we moesten vluchten of niet,” vertelt hij. Toen begonnen de onderhandelingen en kwam er een staakt-het-vuren van drie dagen in hun gebied. “Iedereen was bang en er was een kans om te vertrekken. We moesten gewoon gaan.”

Hun gezin werd door smokkelaars meegenomen van de ene auto in de andere. In het holst van de nacht reden ze door onbekende dorpen. Hun reis naar het onbekende was lang, koud en zwaar. Op een zeker moment wisten ze niet of ze de volgende morgen zouden halen.

“Toen we aankwamen, zakten we uitgeput neer. We wisten dat we niet langer bang hoefden te zijn, dat we veilig waren.”

Veiligheid is niet hetzelfde als zekerheid en het betekent al helemaal niet dat de moeilijkheden voorbij zijn. “Als we de moeilijkheden hier [in het kamp] zien, dan wordt het leven donker voor mij,” vertelt Samia.

Hun vijfjarige zoon Mohammed begint herinneringen aan thuis op te halen: zijn vrienden op school en het park waar ze ’s avonds met het gezin naartoe gingen. Als Shixar nog meer herinneringen wil vertellen, valt hij stil. Ik zie tranen in zijn ogen opwellen. Samia hapt naar adem. Ze slaat haar handen voor haar ogen en begint te huilen. Mohammed en Barzani kijken om zich heen terwijl iedereen in de tent huilt.

Mohammed legt zijn hand op mijn schouder en laat een tandenloze lach zien. We zitten in tranen bijeen, omringd door de pijn veroorzaakt door de nieuwe crisis in Syrië. Mijn stem trilt als ik woorden van troost probeer te vinden. Mijn woorden lijken zinloos bij zo veel lijden.

Als vreemdelingen zijn we bij Shixar binnengekomen en als vrienden gaan we uit elkaar. Als er één gedachte is die elke dag sterker wordt door mijn werk, dan is het dit: we lijken allemaal zo veel op elkaar. Onze basisbehoeften en verlangens zijn gelijk: we willen liefde, veiligheid en zekerheid. Nog een overeenkomst is dat niemand uitkiest waar je geboren wordt of in welke situatie. Barzani en Mohammed zijn allebei niet ouder dan vijf jaar en de crisis in Syrië duurt al langer dan hun hele leven. Zij hebben er niet voor gekozen om ontheemd te raken. Niemand kiest daarvoor. Maar we kunnen wel kiezen hoe we reageren: met open oren en open harten, omdat mensenlevens het belangrijkst zijn.

Barzani draait de camera om een foto van hemzelf met het Medair-team te maken.

 

LAATSTE NIEUWS