“Ze kwamen plotseling in de nacht. Het was op een vrijdag.”

Rahim* heeft er altijd van gedroomd om dokter te worden. Hij groeide op in een dorpje in de staat Rakhine, in het westen van Myanmar.

Rahim* heeft er altijd van gedroomd om dokter te worden. Hij groeide op in een dorpje in de staat Rakhine, in het westen van Myanmar. Zijn oom was dokter en hij besloot om in diens voetsporen te treden. “Mijn ouders ondersteunden me heel goed. Ze stuurden me naar school en moedigden me altijd aan om te leren. Ik vond school heel leuk, vooral biologie.”

Na zijn examens verliet Rahim zijn dorp en zijn familie om 30 kilometer verderop in de stad te gaan studeren. Hij had geen gemakkelijk leven als 17-jarige Rohingya-jongen in Myanmar. Hij had het ronduit zwaar. De Rohingya zijn een voornamelijk islamitische minderheid. Ze zijn al tientallen jaren het doelwit van mishandeling, discriminatie en vervolging. Een zorgeloos leven met kansen was voor hem geen optie. Desondanks bleef hij in zijn droom geloven.

Rahim in het vluchtelingenkamp Kutupalong in Bangladesh, oktober 2019. © Medair

Op een avond in augustus werd hij gebeld. Toen hij opnam, hoorde hij onmiddellijk de paniek in de stem van zijn moeder. Ze belde hem vanuit hun dorp: “Er zijn hier soldaten, ze hebben ons huis in brand gestoken… ze branden alles af! We moeten direct vluchten.”

Rahim probeerde op afstand zich een beeld te vormen van wat er aan de hand was. Ze waren al vaker aangevallen, heel vaak zelfs. Maar dit was toch anders. Benauwend anders. “Ze kwamen plotseling in de nacht. Het was op een vrijdag. 25 augustus 2017. Mijn ouders vertelden me dat mensen vermoord werden. Mijn neef werd beschoten toen hij probeerde te vluchten. De soldaten namen hem mee. Later hoorden we dat hij was vermoord. Hij was net zo oud als ik, 17 jaar.”

De familie van Rahim moest vluchten en alles achterlaten. Terwijl honderden mensen zo snel mogelijk de grens met Bangladesh probeerden te bereiken, drongen zijn ouders bij hem aan: “Ze wilden het land niet zonder mij verlaten. Ze zeiden dat ik met hen mee moest gaan om samen, als familie, de grens over te steken.”

Er kwam steeds meer nieuws over aanvallen in zijn dorp en de omgeving. Rahim wist dat hij nu ook een doelwit was geworden. “Ik wist dat ik waarschijnlijk vermoord zou worden als ik mijn familie ging zoeken. Ik smeekte mijn ouders dat ze naar Bangladesh zouden gaan en stelde hen gerust dat ik op mijn eigen plek veilig was.”

Een paar dagen lang hield zijn familie zich schuil in verschillende dorpen, om Rahim de kans te geven naar hen toe te komen. Maar het was duidelijk dat de situatie niet verbeterde en dat ze allemaal gevaar liepen wanneer ze in Myanmar zouden blijven. “Ik vertelde hen dat ik goed verstopt zat en ik als het weer wat rustiger zou worden naar hen toe zou komen.” Uiteindelijk besloot de familie om naar de grens te gaan. Rahim was opgelucht. Hij kon geen contact meer met ze houden, maar wist dat ze veilig waren.


Rohingya-vluchtelingen verlaten op 14 september 2017 de boot die hen van Myanmar naar Bangladesh heeft gebracht, op het strand van Dakhinpara. © UNHCR/Adam Dean

Wekenlang hield hij zich schuil in zijn studentenhuis en probeerde hij zo weinig mogelijk aandacht te trekken: “Ik kon ’s nachts niet slapen. Ik was zo bang.” Zijn geld en zijn eten begonnen op te raken, maar de aanvallen bleven doorgaan. Rahim kwam steeds meer klem te zitten. Hij wist dat de klok tikte. Na drie maanden besloot hij dat het tijd was om te vertrekken.

Gedurende vier dagen liep en verstopte hij zich samen met 11 andere studenten om naar de grens te komen. Aan de overkant van de rivier, zo hield Rahim zich voor, wachtten de vrijheid en bovenal zijn familie op hem. Nog een paar kilometer lopen en dan zou de nachtmerrie voorbij zijn. Tegelijk wist hij dat de tocht extreem gevaarlijk was. Tot zijn grote schrik werd zijn vrees werkelijkheid.

“Toen we een open veld overstaken, kregen soldaten ons in de gaten. Ze hielden ons tegen en vroegen waar we heen gingen.” Rahim en zijn vrienden waagden het erop en vertelden de waarheid. Misschien waren de soldaten er zo op gebrand om hun gemeenschap Myanmar uit te jagen, dat er een kans was dat ze hen zouden laten vertrekken. Helaas hadden de soldaten maar één gedachte: “Dood ze allemaal,” beval een van hen.

“Ik was er zeker van dat dit het einde was. We begonnen verzen uit de Koran op te zeggen omdat we wisten dat we zouden sterven.” Maar voordat het bevel ten uitvoer werd gebracht, kwam een andere militair erbij, “iemand met een hogere rang”. Hij ondervroeg Rahim en zijn vrienden en uiteindelijk, na 30 minuten in doodsangst, mochten ze toch gaan. Ze hadden het gevaar onder ogen gezien en maakten zich zo snel als ze konden uit de voeten. Het lukte om naar Bangladesh te ontsnappen.

En zo werd Rahim, de jongen die ervan droomde om dokter te worden, iets wat hij nooit had gedacht en wat hij zeker niet wilde: een vluchteling.

Maar voor dat moment kon Rahim niet wachten om zijn familie weer te zien. Na alles wat hij had doorstaan, na maanden zonder zijn familie in een land dat hem niet wilde, had hij nu weer iets om op te hopen. Maar op zijn zoektocht door de geïmproviseerde kampen realiseerde hij zich dat het een vrijwel onmogelijke opgave was om zijn familie te vinden. Sinds die noodlottige vrijdag waren honderdduizenden mensen uit Myanmar gevlucht en in de velden, heuvels en bossen neergestreken. Waar hij ook keek, zo ver het oog reikte zag hij tenten, onderkomens en mensen.

Het kamp Kutupalong in november 2017. Inmiddels is dit kamp het grootste vluchtelingenkamp ter wereld. © Medair

Zonder telefoon, zonder geld en met alleen de kleren aan zijn lijf wist Rahim niet of hij zijn familieleden ooit nog zou weerzien. “Ik begon iedereen die ik zag te vragen: ‘Hebben jullie mijn familie gezien?’ Ik noemde details zoals uit welk dorp we kwamen om de zoektocht gemakkelijker te maken.” Hij was op zichzelf aangewezen in het grootste vluchtelingenkamp ter wereld, maar Rahim gaf niet op. Na zes dagen kwam hij eindelijk zijn familie op het spoor. “Ik had hen drie maanden niet gesproken. Ze wisten niet dat ik naar Bangladesh was gekomen. Ik was zo blij!”

Maar al gauw drong de realiteit van het leven in een vluchtelingenkamp zich aan hem op. Dit was zijn nieuwe leven, vreesde Rahim. Zou hij ooit nog dokter worden? Met elke dag die voorbij ging, werd het moeilijker om hoopvol te blijven.

Maar op een middag, terwijl hij op weg was om met vrienden te gaan voetballen, zag hij dat er gebouwd werd vlakbij zijn onderkomen. Uit nieuwsgierigheid vroeg hij wat daar zou komen. Er zou een voedingskliniek gebouwd worden, waar moeders en kinderen uit zijn deel van het kamp behandeling zouden kunnen krijgen. “Ik wist dat er bij ons veel ondervoede kinderen waren. Daar wilde ik iets aan doen, dus vroeg ik na de opening of ik mocht komen helpen.” Rahim liet zijn contactgegevens achter en kon aan de slag als voedingsvrijwilliger voor een project van 18 maanden. In die tijd kreeg Rahim steeds meer zelfvertrouwen en plezier in zijn werk.

Moeders en kinderen in een voedingskliniek in het vluchtelingenkamp Kutupalong. © Medair/Hailey Sadler

In de kliniek vond Rahim ook een hechte gemeenschap en ontdekte hij een doel: “Er zijn hier internationale medewerkers, medewerkers uit Myanmar en wij, de Rohingya. Maar we zijn allemaal één team en proberen iets goeds te doen voor deze gemeenschap.”

Tijdens de 18 maanden waarin hij als vrijwilliger werkte in de kliniek kon Rahim zijn vaardigheden gebruiken en nieuwe dingen leren. Hij hoopt dat het hem zal helpen om zijn droom waar te maken. Nu het project ten einde loopt, heeft Rahim al andere plannen om nieuwe dingen te leren: “Mijn vrienden en ik hebben iemand in het kamp gevraagd om ons Engels te leren. We gaan elke dag naar het huis van onze leraar. Ik kan niet naar school gaan, maar toch kan ik dingen leren. In de kliniek voel ik me goed. Als ik lessen volg, voel ik me ook goed. Maar de rest van de tijd is het moeilijk.”

Ondanks twee zware jaren, met ervaringen die geen enkele 19-jarige zou moeten ondergaan, houdt Rahim nog steeds vast aan zijn droom. Hij heeft nieuwe wegen gevonden om zijn vaardigheden te ontwikkelen terwijl hij erop wacht om veilig naar zijn land te kunnen terugkeren.

En hoewel hij denkt dat die dag nog niet snel zal komen, houdt hij vol. Hij is vastbesloten en hoopvol dat zelfs onder deze moeilijke omstandigheden zijn droom binnen handbereik ligt.


*Naam is om veiligheidsredenen gewijzigd

Medair is een internationale hulporganisatie die noodhulp en herstel brengt naar families die kwetsbaar zijn geworden door natuurrampen, conflicten en andere crises. Momenteel is Medair actief in 10 landen. In Bangladesh werkt Medair samen met World Concern.

Voor deze inhoud is gebruik gemaakt van informatie van Medair-medewerkers in het veld en op het Global Support Office. De zienswijzen in dit bericht vallen onder de verantwoordelijkheid van Medair en dienen op geen enkele wijze beschouwd te worden als de officiële opvatting van enige andere organisatie.

 

Cover photo: © Dan Kitwood/Getty Images

CHECK OUR LATEST STORIES