“Ik zag moeders die muskietennetten in de bomen hingen om hun kinderen uit het stromende water te houden”

“De mensen vluchtten hun hutten uit. Maar ze konden niet ontkomen, overal was water. Ik zag mijn mensen in bomen klimmen om te ontsnappen aan de overstroming. Ik zag moeders die muskietennetten in bomen hingen om hun kinderen uit het stromende water te houden,”

“De mensen vluchtten hun hutten uit. Maar ze konden niet ontkomen, overal was water. Ik zag mijn mensen in bomen klimmen om te ontsnappen aan de overstroming. Ik zag moeders die muskietennetten in bomen hingen om hun kinderen uit het stromende water te houden,” vertelt Thomas. Thomas is de leider van Chibome, een dorpje aan de oever van de rivier Buzi in het district Chibabava. We hebben er bijna acht uur over gedaan om vanuit de stad Beira naar Chibabava in de provincie Sofala te rijden, in het hart van Mozambique. Toen we besloten om naar dit afgelegen gebied te gaan, wisten we dat het door zowel de cycloon als de overstroming getroffen was, maar dat er nog geen noodhulp gegeven werd. Maar ik ben geschokt nu ik zie hoe zwaar de mensen in de afgelopen weken hebben geleden.

De gemeenschap heeft zelf met kano’s een zoektocht en reddingsactie op touw gezet. “Mensen wachtten urenlang totdat de eerste redders kwamen,” vertelt Thomas verder. “Iedereen probeerde te helpen. Vrouwen gaven hun kinderen over aan de mensen in de kano’s en iedereen schreeuwde. We hebben geluk gehad dat er niemand ernstig gewond is geraakt en niemand is omgekomen. In andere dorpen rouwen ze nu om de doden.”

Chiboma is een van de vele dorpen langs de rivier Buzi die zwaar zijn getroffen door de overstromingen na cycloon Idai op 14 maart 2019. De huizen van leem en stro zijn volledig weggevaagd. Het water kwam ’s nachts en nam alle bezittingen, gewassen en vee met zich mee.

Volgens de plaatselijke autoriteiten zijn in dit gebied honderden mensen getroffen. “Ze zitten nu in scholen omdat hun huizen door het water zijn weggespoeld. We willen hulp bieden, maar het is ontzettend moeilijk om het gebied in te komen,” horen we van een overheidsfunctionaris. “Al sinds het water twee weken geleden kwam, zijn die scholen onbereikbaar. Omdat de weg er slecht aan toe is, kunnen er geen voertuigen overheen. Als het de komende dagen droog blijft, droogt de grond hopelijk op en kunnen we de scholen bereiken,” gaat hij verder. Vanwege deze logistieke problemen is er nog maar heel weinig hulp gekomen. Er is alleen een distributie van wat voedsel geweest, waarvoor de mensen lange einden moesten lopen.

Medair heeft ook geprobeerd om erdoor te komen, maar helaas is de grond nog te nat voor de voertuigen.

Ook een andere school op de westelijke oever, die normaal alleen per boot bereikbaar is, is twee weken na de ramp nog steeds afgesloten. De boten die over de rivier voeren, zijn door de overstroming meegesleurd. Er zijn alleen nog wat kleine kano’s, maar die zijn ongeschikt om de rivier, die vol zit met krokodillen, over te steken. Veel mensen willen teruggaan naar de plekken bij de rivier waar hun huizen stonden, maar grote delen staan nog onder water.

Op andere plekken, zoals in het dorp Chiboma, is het water gezakt en beginnen de mensen aan de herbouw van hun huizen. “Het ging allemaal zo snel. Het begon met de harde wind en toen kwam plotseling het water,” zegt Thomas. “Het nationale rampenbureau zei twee weken van tevoren dat er iets groots op komst was. Maar we leven aan de rivier, dus hoog water zijn we wel gewend. We hadden alleen niet verwacht dat het zo enorm zou zijn. En we wisten niet precies wanneer het zou komen. Voor onze mensen is Chiboma hun thuis: hier zijn hun families, hun vrienden, het land waarop ze verbouwen en hun dieren. We hebben geen andere plek, dus hebben we besloten om hier te blijven.”

Terwijl we met Thomas praten, komen een paar vrouwen en mannen naar ons toegelopen. Ze gaan zwijgend bij ons zitten en luisteren nieuwsgierig naar ons gesprek. Als we de dorpsleider vragen wat de grootste noden in zijn gemeenschap zijn, mengt een van de vrouwen zich in het gesprek. “Muskietennetten. We hebben geen muskietennetten meer en zonder netten kunnen we nauwelijks slapen. En dekens, om onder te slapen. En potten en pannen om in te koken,” zegt Rosa Manuel.

Rosa is geboren in Chiboma. Vóór de cycloon woonde ze hier met haar negen kinderen, haar man was een paar jaar eerder overleden. Ze is boerin en verbouwt mais en pinda’s. “Ik sliep toen het water kwam,” vertelt Rosa. “Het gebeurde ’s nachts, terwijl het hele dorp sliep. Toen ik doorkreeg wat er aan de hand was, dacht ik als eerste aan mijn kinderen. Ik heb ze snel wakker gemaakt en gezegd dat ze moesten wegrennen. De kleinsten heb ik zelf gedragen.” Rosa en haar kinderen konden terecht in de hut van de buren, die wat hoger lag. De volgende dag besloten ze om langs de weg naar de stad te gaan. Ze hadden gehoord dat daar hulp werd gegeven aan mensen die in een school schuilden. “Er waren daar zo veel mensen,” zegt Rosa. “De overheid gaf hulp, maar ik denk dat ze ook geschrokken waren van hoe groot de ramp was.”

De mensen in Chiboma beginnen hun huizen weer op te bouwen. Maar het herstel zal heel moeilijk zijn. “Mijn hut is zwaar beschadigd. Het dak staat nog, maar de muren zijn weg. Als het weer gaat regen, stroomt het water naar binnen,” zegt Rosa. Ik vraag haar waar ze het meest bang voor is en dan kijkt ze omlaag en zegt na een lange stilte: “Mijn grootste angst is dat ik mijn kinderen niet te eten kan geven in de komende maanden.” Haar hele oogst is weg, net als een groot deel van haar vee en bezittingen. Voor deze gemeenschap zijn overstromingen geen onbekend fenomeen. “Maar zo erg als dit hebben we nog nooit meegemaakt. Ik ben bang nu. Er gaan geruchten dat er nog een ramp komt binnenkort. Ik weet niet of dat waar is. Ik wil gewoon voorbereid zijn voor het geval dat het weer gebeurt,” zegt Rosa.

Alleen al in Chiboma zijn meer dan 160 families getroffen. “Dit is de eerste keer dat er een team van een internationale organisatie komt voor onze mensen,” vertelt Thomas. Nu de herstelfase in Beira en andere steden op gang komt, moeten we ervoor zorgen dat we de andere, moeilijk toegankelijke gebieden niet vergeten. De mensen hier hebben nog vrijwel geen hulp gekregen.


Medair heeft een noodhulpteam naar Beira gestuurd na cycloon Idai en de daaropvolgende overstromingen. Het team is op 24 maart in Beira aangekomen en onderzoekt nu ter plaatse de noden en stemt af met andere organisaties.

Het werk van Medair in Mozambique wordt uitgevoerd samen met Food for the Hungry. Dat is een ontwikkelingsorganisatie die sinds 1987 in het land werkt aan voedselzekerheid en gezondheidszorg. De twee hulporganisaties werken aan een uitgebreide hulpactie met eigen aandachtsgebieden. We willen de noden gaan verzachten op het gebied van voedselzekerheid, gezondheid en onderdak in de meest afgelegen en getroffen gebieden van de provincie Sofala.

In de komende weken heeft Medair distributies van noodonderdak- en hygiënepakketten gepland voor mensen in de meest getroffen en afgelegen gebieden. Met de noodonderdakpakketten krijgen de mensen een tijdelijk dak boven hun hoofden. Door de distributies van hygiënematerialen en waterzuiveringssystemen wordt de hygiëne verbeterd van mensen die alles door de ramp zijn kwijtgeraakt. In de eerste fase van de hulp worden drie maanden lang ongeveer 2.000 huishoudens bereikt met noodhulp.

CHECK OUR LATEST STORIES