Verhalen

Een kind met een baby

Ik ontmoet Fatima in de kliniek tijdens een vrouwenbijeenkomst met Kholod, de psychosociale zorgverlener van Medair in de Bekavallei in Libanon. In juni is de lockdown opgeheven en daarna begon Medair langzaam de fysieke bijeenkomsten weer op te bouwen. Twee maanden lang gaven we mensen alleen virtuele ondersteuning via WhatsApp. Kholod leidde het gesprek met een groep van vijf vrouwen over stress en bezorgdheid, vooral tijdens de pandemie.

“Ik had besloten om naar de bijeenkomsten te gaan om te praten en uit de problemen te komen. Ik zoek altijd naar manieren om mijn gevoel te uiten en help vrouwen om me heen om dat ook te doen. In mijn dagboek schrijf en teken ik. Ik heb al drie dagboeken vol. Misschien maak ik er ooit een boek over mijn leven van,” vertelt Fatima tegen het einde van de sessie. “Ik moet nu wachten op de gynaecoloog. Ik heb veel vragen nu ik voor het eerst moeder ben geworden. Mijn familieleden in het kamp [waar Fatima woont] zeiden dat er een verloskundige in de kliniek is. Van haar kan ik veel leren.”

In de wachtruimte praten we verder.

“Ik ben blij met de bijeenkomst van vandaag. Deze vrouwen zijn zo sterk,” zegt Fatima. “Het is fijn om met elkaar te praten en te luisteren. Als ik hun verhalen hoor, voel ik me niet alleen. Ze helpen mij om sterker te worden.

Ik ben al heel jong moeder geworden. Ik heb niet de kans gekregen om kind te zijn. We zijn in 2016 uit Syrië gevlucht. Mijn vader, mijn moeder en mijn zeven broertjes en zusjes kwamen naar Libanon en daar zaten we in een tentje. Daar sliepen we allemaal in. De eerste nacht vergeet ik nooit. Vroeger woonden we in een huis. Ik bedoel een echt huis in Syrië, met deuren, ramen, muren, mooie meubels en een prachtige tuin. Maar de raket heeft ons huis vernield en toen kwamen in een klein hokje van hout en plastic terecht [de tent]. Toen ik die eerste nacht mijn ogen dichtdeed, voelde het alsof ik op straat moest slapen.

Het eerste jaar was heel moeilijk. Mijn vader probeerde werk te vinden en als oudste kind moest ik ook gaan werken. Ik was 13 en in plaats van naar school te gaan, stond ik voor een grote fabriek. Mijn werk was de hele dag staan en Turks fruit koken. Het was zwaar werk. Halverwege de 10 uur die ik moest werken, had ik geen gevoel meer in mijn benen. Maar dan dacht ik weer aan de 200.000 Libanese pond [toen ongeveer 120 euro] die ik elke maand met dit werk verdiende. Daarvan konden we eten kopen. Ik heb ongeveer 20 maanden in die fabriek gewerkt.

Toen ik op een dag terugkwam in het kamp, feliciteerden mensen me met dat ik een bruid zou worden. Ik begreep het niet. Die dag was ik verloofd met een man die ik niet kende. Niemand had gevraagd wat ik ervan vond. Het was voor mij besloten. Dat was de verdrietigste dag van mijn leven.

Vroeger had ik een droom.

Ik wilde hard werken, weer naar school gaan en een dokter worden. Ik wilde mensen in nood helpen. Ik wilde de mensen helpen die ik in Syrië zag sterven. Ik wilde mijn moeder helpen, die acht kinderen heeft gekregen en opgevoed. Maar sinds die dag begon mijn droom te verdwijnen.

Toen Rama geboren werd, bracht ze al het licht van de wereld terug. Ze is mijn zon en maan, en misschien wordt zij ooit de dokter die ik wilde worden. Ze is dat nu al. Ze geneest mijn wonden. Ze zal mij leren hoe ik een moeder moet zijn en ik zal haar leren hoe ze een sterke vrouw wordt die haar dromen achterna gaat.” Fatima stopt even en kan haar tranen niet bedwingen. “God was altijd bij me en zal altijd bij me zijn. Ik dank God dat mijn dochter en ik gezond zijn en dat ik hier [naar de kliniek] kan komen om voor mezelf te zorgen. Niet alleen voor mijn lichaam, maar ook voor mijn geest.”

Dan is Fatima aan de beurt bij de gynaecoloog voor controle. Aansluitend kan ze haar vragen stellen aan de verloskundige. Ze komt weer naar buiten met een blij gezicht en een geschenkdoos vol hygiëneproducten. “Alles is goed, goddank,” zegt Fatima. “De dokter heeft gezegd dat ik een tijdje vitamines moet slikken en dat ik minstens zes maanden alleen borstvoeding moet geven.”

“Om vrouwen aan te moedigen om goed te zorgen voor hun reproductieve en sexuele gezondheid, bieden we een gratis postnataal consult aan voor vrouwen die binnen 40 dagen na de bevalling naar de kliniek komen,” vertelt gezondheidsofficer Christine van Medair. “Vrouwen krijgen een hygiënepakket met belangrijke producten voor moeder en baby, zoals kraamverband, tissues, luiers en billendoekjes.”

Medair ondersteunt vijf gezondheidsklinieken in de Bekavallei met bijdragen voor algemene, pediatrische en reproductieve gezondheidszorg. Zwangere vrouwen krijgen vier gratis consulten vóór de bevalling en één erna. Fatima is een van de duizenden vrouwen die naar een kliniek gaan voor hun gezondheid en die van hun gezin. Daar kunnen ze meer te weten komen over reproductieve gezondheid, gezinsplanning en gezonde familiebanden.

In de klinieken en informele kampen kunnen vrouwen naar psychosociale zorgsessies komen, waar ze aangemoedigd worden om te praten, zichzelf te laten zien, zich te ontwikkelen en invloed uit te oefenen in hun gemeenschap.

“Vandaag schrijf ik in mijn dagboek over mijn eerste bezoek aan de dokter nadat ik van Rama bevallen ben,” vertelt Fatima. “Vandaag heb ik de moed gevonden om te vertellen dat ik dokter wilde worden. Misschien kan ik niet meer gaan studeren, maar ik ben niet vergeten dat ik dromen had en dat dit de tijd is om weer te gaan dromen.”

Ze haalt de vitaminen op bij de apotheek en gaat weer weg haar dochtertje.

De ondersteuning van Medair aan gezondheidsklinieken in de Bekavallei wordt mede mogelijk gemaakt door Global Affairs Canada in samenwerking met Tearfund Canada. Psychosociale zorgactiviteiten worden gefinancierd door het Madad-fonds van de Europese Unie.

*Namen zijn gewijzigd.

CHECK OUR LATEST STORIES